• De Kracht van Kruiden

Anders kijken naar planten en kruiden

Wil je kruiden gaan inzetten voor geneeskunde dan is het belangrijk om anders naar planten te gaan kijken. Net als bij mensen hebben ook planten allemaal een ander uiterlijk. En dat uiterlijk is een belangrijk hulpmiddel om te weten waar je het kruid bij kan inzetten. Het kijken naar het uiterlijk van de plant wordt signatuurleer genoemd en Paracelsus, een Duits-Zwitserse medicus en filosoof, die leefde van 1494 tot 1541, was hiervan de grondlegger. De plant wordt ingedeeld naar kleur, het blad, de stengel en wortel, geur en smaak en de grond waar hij groeit.

Wat laat de plant ons zien

Je kan een plant in drieën delen, het bovendeel, het midden en het onderste deel. Oftewel, de bloem, de stengel en de wortel. Deze driedeling kun je op de mens inzetten, alleen omgekeerd. De wortel van de plant werkt goed op het hoofd bij de mens. De stengel van de plant werkt verbindend en zo ook bij de mens. Het hart en de longen, maar ook de wervelkolom en het skelet. De bloem staat voor de buitenwereld en opent zich naar de zon. De warmte van de bloem vinden we bij de mens in het spijsverteringskanaal en voortplantingsorganen.

Kleur

De kleur van de bloem geeft het werkingsgebied aan van de organen en orgaansystemen. Je hebt hoofdkleuren en mengkleuren. Bij mengkleuren is de werking milder, want twee of meer hoofdkleuren zijn hierin samengebracht. Ook de dominantie van de kleur is hierbij van belang. Rood werkt bijvoorbeeld op het hart en bloedvaten. En geel werkt reinigend en ontgiftend, vooral op de spijsvertering. Groen is een mengkleur van blauw en geel en werkt bij lichtgroen op de suikerstofwisseling en bij donkergroen kalmerend en vitaliserend. Blauwe bloemen werken verkoelend. Zoals bij koorts en ontstekingen en dan speciaal bij keel, luchtwegen en longen. Paars heeft de combinatie in zich van rood en blauw. Dus werkt stimulerend maar ook kalmerend en harmoniserend op het hoofd en zenuwstelsel. Wit is een combinatie van alle kleuren en werkt verzachtend. Vooral bij klachten specifiek gericht op vrouwen en het zenuwstelsel.

Plaats, groei en bloei

De plek waar de plant groeit en opkomt is niet toevallig. Ze ontkiemen alleen daar waar ze de juiste omstandigheden kunnen vinden. De plaats waar de plant groeit zegt iets over het werkingsgebied van het kruid maar ook over de bewoners. Hoe snel een plant groeit en of hij zich laat verdrukken door andere planten zegt ook iets over de werking van de plant. Komt de plant snel op, neemt het andere planten over of kruipt de plant graag tussen andere planten door? Ook of de plant voldoende ruimte inneemt zegt iets over de werking op de mens en bij welke type mens dit past. Staan de bloemen gericht naar de zon? Dan zijn ze stimulerend voor de levenskracht. Zijn ze gericht op het midden, beneden of naar één kant? Ook dit geeft aan waar de plant het beste voor kan worden ingezet.

Blad, stengel en wortel

Het blad, de vorm en textuur is net zo belangrijk. En kan weer een andere werking hebben dan de bloem van hetzelfde plantje. Het blad kan klein zijn of groot. Een recht nerf of een gekarteld blad. Behaard zijn of juist getand. Bij beharing werkt het blad op de slijmvliezen, bij een getand blad werkt het stimulerend en heeft een prikkelende werking. De structuur van het blad kan bijvoorbeeld verwijzen naar een bepaald lichaamsdeel. Het blad van de Salie is bobbelig en lijkt op een tong. Het geeft dan ook een zuiverende werking aan de mond en keelholte.

Ook naar de stengel kunnen we op deze manier kijken. Is hij rond of vierkant? Behaard of heeft hij doornen/stekels. Ook de binnenkant zegt iets over het werkingsgebied. Een holle stengel verwijst naar de holle organen. De luchtpijp en het spijsverteringskanaal. Een ronde vorm staat voor soepelheid en vrouwelijke eigenschappen. Vierkant staat voor conflict en weerstand, het werkt versterkend.

De wortel werkt op de aarding van de mens. Penwortels gaan diep de grond in zijn stevig verankerd. Kruipwortels zijn onuitroeibaar en het bevordert de weerstand en doorzettingsvermogen. Bij oppervlakkige wortels helpt het de mens om wat luchtiger te worden.

Smaak en geur

De smaak en geur werken via ons zenuwstelsel en hebben elk een andere werking. We onderscheiden bitter, zout, zuur, zoet en scherp. Bitter helpt bij de spijsvertering, zout ondersteunt een zwakke maag-darmwerking, werkt oplossend en verzachtend. Zuur heeft een zuiverende werking, denk aan ontzuren van je lichaam. Zoet geeft troost en warmte en scherp zet aan tot actie.

Elke plant heeft dus een ander karakter, net als de mens. Het is een manier van kijken naar planten en helpt bij het typeren van de werking.

Bron:

TotalHealth Academy, opleiding kruidengeneeskunde, Chinherbs.

 

Copyright © Sandra Voetelink